34e dag gibraltar

13 februari 2018 - Gibraltar, Gibraltar

Vanuit Tarifa gingen we (4 stellen) met prachtig weer en 2 campers naar Gibraltar. Een ritje van ongeveer 60 kilometer waarover we een uurtje hebben gedaan. Onderweg waren we even elkaar kwijt, maar dat kwam weer goed. Vlak voor Gibraltar zijn er grote parkeerplaatsen voor auto’s en campers.

Gibraltar is een alleenstaande rots (hoogte ca. 650 m) die op het eind van een schiereiland ligt. Om de rots heen ligt de stad en de haven, op de rots grotten (verdedigingswerken), forten, uitkijkposten en militaire oefenterreinen. Het stuk dat vastligt aan de rest van het vaste land, is de grens en tevens landingsbaan voor vliegtuigen. Op de foto is duidelijk te zien dat er zebrapaden en een autoweg dwars over het vliegveld lopen (met slagbomen om. Alles te stoppen bij aankomst/vertrek vliegtuig). Heel apart om te zien. Gibraltar is Engels, met Engels geld, Engels (en spaans) sprekende mensen, pubs, eten, winkels enz., wel rechts rijdend ! 

Bij de grensovergang kon je kiezen uit lopend de stad in en dan de rots op met kabelbaan, fietsend, met (personen-) auto, met stadsbus of met kleine 6-8 persoonsbusjes die een 2-uur durende rondrit verzorgt. We kiezen voor de laatste. Maar goed ook want de tocht gaat steil omhoog de rots op, de route is 9 km, de kabelbaan kost net zo veel als de rit van het busje en bovendien werd je op het einde midden in de stad afgezet.

Mooie uitzichten richting de golf van Alcegires (noordkant) of richting Tarifa/Cadiz (westkust) of richting Malaga (oostkust) of Marokko (zuidkant). Mooi uitzicht op de haven, op strandjes, op de stad en naar het vliegveld. 
Er zijn 600 grotten, waarvan de grootste Michaels-grot zo groot is dat er 600 mensen naar een concert kunnen luisteren. Daar waren we weer een lid van het gezelschap kwijt, en weer teruggevonden. Koffie-pauze. 
Er zijn 54 km aan tunnels die richting vliegveld/vasteland allerlei kanonnen hebben verborgen om de Spanjaarden en/of Fransen tegen te houden (ook in WO II).
En dan zijn er de bekende apen, oftewel Makaka-bavianen (zonder staart) die op de rots overal rondlopen (gevoederd door de staat, dus niet lastig voor bezoekers).
Tenslotte gingen we het stadje in (er wonen 43.000 inwoners), 7 Km2 klein, met 1 lange winkelstraat (Mainstreet) waar we lekker koffie gedronken hebben op terras in de blakende zon. Weer de camper in en racen tegen de klok naar de camping, waar de routebespreking voor de volgende dag werd gehouden. We waren 5 minuten te laat. 

Foto’s